2023-07 upload tekst Chris Folgers
tekst Otto
Nulpuntenergie – Getallen Kwaliteiten
Wiskunde begon met vaste getallen.
Het duurde lang voordat daar verandering in kwam.
Eerst waren dat getallen in relatie: breuken, en zo voort.
Pas later werden dat getallen in (cirkel) beweging.
Toen kwamen de getallen met geheugen: de zogenaamde vectoren.
De simpele rechtlijnige variant.
De complexere gekromde versie.
En de versie die uitkwam op zichzelf: de complexe (cirkel) getallen.
Dat leidde tot het inzoomen en uitzoomen van groepen van getallen: de matrix.
Ook daar, de rechtlijnige-, gekromde- en cirkelredenering-varianten.
De variant met ‘zijdelingse afschuiving’ (Drift) heet nu een tensor (tensie).
De variant met een wegdraaiende beweging heet een spinor (spin/rotatie).
Probeer het je voor te stellen: een punt, een lijn, een beweging en een cluster.
Oftewel een nul, een getal, een getallenpaar, en een groep getallen (een Matrix).
Met het bekijken van relaties tussen getallen ontstond relativiteit.
Met het bekijken van relaties tussen getalgroepen ontstond waarschijnlijkheid.
Het is maar een kleine stap van het kijken naar twee getallen, tot lijnstukken.
Bekijk je twee eindpunten; of tegelijk de verbinding tussen beide?
De lijn die ze verbindt, is die recht, krom, een cirkel of onregelmatig?
Is die verbindingslijn misschien zelfs deel van iets groters: een vlak, of volume?
Het verschil tussen algebra en geometrie (meetkunde) verdwijnt: “GeoGebra”.
Daarmee moeten we (allemaal) ook op een andere manier gaan denken.
Want in GeoGebra verdwijnt ook het verschil tussen Kwantiteit en Kwaliteit.
Kwantiteit geldt voor gesloten systemen; kwaliteit in open systemen.
Kwantiteit gaat over de ‘aftelbaarheid’ van afzonderlijke ‘objecten’.
In de systeemtheorie heeft men het over de Transvariabele; zoals Volt.
Kwaliteit is een kenmerk van verwevenheid van verschillende relaties.
In de systeemtheorie spreekt men van de Pervariabele, bijvoorbeeld AmpŠre.
Kwantiteit, gesloten systeem, algebra‹sch, OVER de systeemgrens HEEN.
Kwaliteit, open systeem, geometrisch, IN de systeemgrens/singulariteit.
Tot nog toe werd dat (in de binaire logica) als losstaand afzonderlijk beschouwd.
In de 4D logica zijn het twee aspecten van hetzelfde; van dezelfde systeemgrens.
Elke (systeem)grens is een scheiding EN een verbinding.
Als scheiding schept een systeemgrens GESLOTEN systemen.
Als verbinding is een systeemgrens intern in Open Systemen.
Het verschil tussen Gesloten en Open is alleen een kwestie van Fase.
Stel je gooit een bal tegen een onzichtbare muur: de bal kaatst terug.
Gooi dezelfde bal, en ze kaatst NIET terug: dan weet je: er is g‚‚n muur.
Kaatst de bal ten dele terug dan weet je dat er geen muur is maar iets anders.
Verandert de bal op onvoorspelbare manier van beweging dan ‘leeft’ die ‘muur’.
Het ENIGE waar het om/over gaat is verandering van de fase-hoek van die bal.
Een systeemgrens is een plaats, gebied, waar de fase relatie verandert.
Een systeemgrens is een plaats van verandering van faserelatie.
Een systeemgrens is een fase relatie transformatie/transformator .
Het universum wat we kennis is ALLEEN opgebouwd uit faserelaties.
Bewustzijn is potentiele faserelatie; energie is fase-relatie-verandering.
Tijd is stabiliteit in faseverandering; een ‘Lopende Golf’.
Ruimte is een vaste samenhang in fase relaties: een ‘Staande Golf’.
Materie is een vaste koppeling tussen bewegelijke (staaf-/ring-) Moleculen.
Moleculen zijn variabele (oscillatie) koppelingen tussen diverse Atomen.
Atomen zijn gelaagde bolvormige trillingen (met golfknopen: ‘deeltjes’).
De atoomlagen zijn golven in respectievelijk Fase en Tegenfase (deBroglie).
Het universum is opgebouwd uit verandering an samenhang van Fase.
Fase en Tegenfase, zijn tegengestelden van elkaar; van (dus) hetzelfde.
We moeten niet denken in termen van fase en tegenfase, maar fasedraaiing.
Het enige waarop dit universum is gebaseerd is de faserotatierelaties.
De draaikolk is de meest algemene vorm van faserelatierotaties.
De draaikolk bevat fase en tegenfase in ‚‚n systeem ()de Vortex).
De draaikolk bevat fasen van alle frequenties, in directe samenhang.
De draaikolk verbindt, is, Volume, Oppervlak, Lijn en Punt; in ‚‚n.
Dat samenspel tussen punt, lijn, vlak en volume zien we ook in een tetra‰der.
Zowel de draaikolk als de tetra‰der bestaan in, en verbinden dus, 4 dimensies.
De tetra‰der en de draaikolk vertegenwoordigen een (4D) Systeemgrens.
De Tetra‰der ‘is’ een (halve) Vortex dus een Systeemgrens: een “singulariteit”.
Die singulariteit (draaikolk) is tegelijkertijd ‚‚nheid en Heelheid.
De (draaikolk) singulariteit is tegelijkertijd een punt, en het uniVersum.
In principe, in de basis, is de draaikolk (inversierotatie) de basis van het universum.
Het uniVersum zoals we dat kennen is een fase-relatie tussen dit soort ‘punten’.
Het uniVersum zoals we dat kennen is een fase-relatie tussen dit soort ‘punten’.
Wat betekent dat voor getallen en waarde, meetkunde en de vormen (van objecten)?
In principe zijn objecten Staande Golfvormen, ‘in de ruimte’.
Die zijn per definitie opgebouwd uit Lopende Golven, ‘inde tijd’.
Die zijn altijd gebaseerd op terugkaatsende Schokgolven, van ‘energie’.
Het enige waar we mee te maken is het ontstaan en veranderen van patronen van samenhang in de
faseruimte.
Het uniVersum is een ‘hologram’, opgebouwd vanuit het Laser-principe, van golfherhalingen, vanuit
impulsen.
Onze hele wiskunde en wiskunst moet op dat gegeven worden gebaseerd.
Het punt wat tegelijkertijd een hologram/veld is, en alle fasen bevat: een (vortex) Gabor Punt.
Een Gabor Punt is een deel en het geheel, lokaal en universeel.
Een Gabor Punt is bepaald en Relativistisch: een continu proces.
Een Gabor Punt is tegelijkertijd Fase EN tegenfase, ogenschijnlijk probabilistisch.
Het Gabor Punt is de basis van opbouw van samenhang van het hele universum.
Het Gabor punt is de essentie van universele samenhang (liefde, bewustzijn).
Interferentie van de Gabor Vortex met zichzelf is de basis van energie en atomen.
Verschuivingen van interferenties met elkaar is de basis van vormen van moleculen.
Fase samenhang in de verschuivingen kennen we als de objecten van ‘materie’.
Materie bestaat niet: het is een vorm van samenhang van molec
ulen.
ulen.
Moleculen bestaan niet: het zijn vormen van samenhang van atomen.
Atomen bestaan niet: het zijn lagen van fase en tegenfase interferentie.
Het enige wat bestaat en wat dit universum vormt is fase (samenhang (verandering)).
Het enige wat bestaat en wat dit universum vormt is fase (samenhang (verandering)).
Dat is precies wat de Alchimisten al zeiden.
Alle vormen van materie zijn alleen maar verschillende vormen van samenhang van fase.
Belangrijker dan de fasen van materie is de mogelijkheid van verandering daartussen.
Dat maakt het principe van faseverandering de essentie: de kwintessens.
Vaste materie is eindig en aftelbaar en schijnbaar losstaand/deterministisch.
Maar elk materieel object is ontstaan vanuit een vloeiend proces in de tijd: relativistisch.
Elk tijdproces is echter gevolg van (energie) verandering van context condities: probabilistisch.
Maar Energie is alleen maar een verandering van fase, in de tijd en in de ruimte, in het universum.
Het is duidelijk dat getallen alleen maar betekenis hebben op dat niveau van aftelbare ruimte
objecten structuren.
Meetkunde heeft een diepere betekenis, op het niveau van veranderende relaties in tijd processen.
Op het nog diepere niveau van energie relatie transformatie condities moeten getallen en
meetkunde door operatoren analyses worden vervangen; de machine van de wiskunde zelf.
Maar op het diepste vlak hebben we te maken met dimensie analyse, de logica van de betekenis en
het gebruik van de wiskunde: onze betrokkenheid in het denkproces zelf.
Getallen zijn mooi en leuk; zeker als je ziet dat naast de algebra (kwantiteit) de numerologie de
kwaliteiten beschrijft.
Meetkunde is heel aardig, zeker als je ziet dat naast landmeetkunde je ook tijdprocessen kan
modelleren.
Wiskunde is hel leuk, zeker als je doorziet dat het in feite wiskunst is, en verder gaat dan de kunst
van het vergewissen.
Maar waar het om gaat is hoe we de universele logica van verandering van betrokkenheid beleven
en be-leven, als schepper in schepping.
Werk je met getallen, dan zit je in gedachten vast aan de al bestaande wereld: het resultaat van
schepping.
Werk je met meetkunde/Matrices dan maak je contact met de veranderingsprocessen van de
wereld, de relativiteit van de schepping.
Werk je met wiskunde(ontwikkeling) dan zie je dat, en hoe, we de werkelijkheid op verschillende
manieren kunnen beschrijven; en dus op meerdere manieren kunnen omgaan met schepping (ww,
& znw).
Werk je met de logica dan zie je (in) dat de manier waarop je denkt leidt tot wezenlijk andere
inzichten/betrokkenheid/beleving/be-leving: DAT is de essentie van leven als schepper in schepping.
Dat komt allemaal samen in N principe: het getal 1 met de meetkunde van de draaikolk en de
omvorming in haar nulpunt met haar ‘oneindige’ universele betekenis.
DAT is wat de golftheorie/Snarentheorie/Veldtheorie zoekt maar nog niet beschrijft.
Het hele universum is opgebouwd uit ‚‚n draaikolk, in variaties van faserelaties met zichzelf.
En het is hetzelfde principe wat we gebruiken in ons leven en lichaam als Vrije Keuze.
Getallen hebben all‚‚n maar betekenis als de meetkunde waarvan ze deel zijn in de wiskunde die
gebruikt wordt als maat van betrokkenheid, in schepping, wordt begrepen.
gebruikt wordt als maat van betrokkenheid, in schepping, wordt begrepen.