Energie uit Niets – de uitleg van Tom Bearden

{Energy from the Vacuum (1) Stubblefield)}
 
Samenvatting (met interpretaties) door O#o
Wat Tom Bearden beschrijft voor materie, geldt ook voor ons lichaam en de mensheid …
 
 
SAMENVATTING DEEL !
 
Klassieke natuurkunde koppelde "Energie" aan materiestromen, e.g. waterstromen.
Relativiteitstheorie koppelde "Energie aan moleculaire beweging = warmtestromen; (‘Zitterbewegung").
Kwantumtheorie koppelde "Energie" aan atomaire beweging = elektronenstromen (maar niet aan magneetveldstromen).
Tom Bearden – Veldtheorie gaat uit van de materieloze, subatomaire, fotonenstroom.
 
Voorwoord – door O#o
 
We proberen ons allemaal een voorstelling te maken van het uniVersum waarin we leven.
Dat is lastig, want we zijn er deel van, EN het tegengestelde.
Buiten ons, noemen we het universum; IN ons het InVersum) heet het jij.
Hoe kan je tegelijkertijd jezelf zijn en het uniVersum (‘god’), buitenste-binnen, het inVersum.
 
Dit probleem wordt lastiger wanneer we ons scheppend vermogen bekijken.
On ons lichaam reageren onze cellen op  onze gedachten.
In feite is dit het mechanisme: fotonensprong => elektronensprong => electronvalentie => elektronbinding (en omgekeerd).
Ons bestaan is dus een bestaan van een elektronenveld, in een omgeving.
 
Het probleem wordt wezenlijk wanner we onszelf en onze omgeving verwarren.
Dan denken we dat wat we denken de rest van het uniVersum bepaalt.
Of, omgekeerd, dat wat het universum doet niets met ons denken heeft te maken.
Kortom: de relatie tussen ‘ ons’ elektrisch veld en dat van het universum, wordt ont’kend.
 
Het is dit probleem waarmee we momenteel allemaal lijken te leven.
Enerzijds wordt ontkend dat ons bestaan magisch is.
Anderszins wordt geprobeerd energie uit materie te halen.
In beide gevallen wordt de relatie tussen geheel en Deel ont’kend; dat is de definitie van Gekte.
 
De vraag is hoe we die gekte kunnen oplossen; genezen.
Het vraagt om een andere manier van denken, waarin elk deel Deel van het geHeel is 
De natuurkunde schiet daarin tekort; de denkt in termen van materie.
In plaats daarvan moeten we over alles denken in termen van informatie in formatie.
 
In het verhaal hieronder vat ik de visie van Tom Bearden samen.
Hij is bekend als een onderzoeker naar ether/nulunt-energie motoren.
Zijn visie is niet op direct begrip van ether/faseruimte gebaseerd.
Maar zijn manier van denken helpt wel om van het materieel denken los te komen.
 
Tom Bearden gaat uit van de Dirac Oceaan, van Virtuele Deeltjes.
Het standaard mathematisch model is dat die ronddraaien (‘ complex’/"virtueel").
De tegengestelde draairichting heet (Complex) Conjugaat (‘ complementair’).
Tom Bearden noemt die draaibeweging Tijd, en beschouwt het als Energie.
 
Energie uit niets – de uitleg van Tom Bearden
 
Stel je voor: en ruimte vol (onzichtbare) Virtuele Deeltjes.
Die deeltjes verschijnen en verdwijnen, schijnbaar vanzelf.
Stel, er verschijnt een negatief geladen elektrisch ‘deeltje’.
Dan zullen eromheen virtuele positieve deeltjes aanwezig zijn.
 
Elk deeltje is (formeel) een punt in een vol/lege ruimte.
Elk punt is in die zin met een nulpunt vergelijkbaar: de basis van een ruimte.
Maar, in het nulpunt is er een verbinding naar elke mogelijke andere ruimte.
Elk punt in een ruimte kan zo ook punt zijn in oneindig veel ruimten.
 
Wanneer we een punt met lading bekijken (elektron/proton) is dat ook het geval.
We zien weliswaar (slechts) het ‘meetbare’ punt in ‘deze’  ruimte.
Maar we zien niet de ontelbare andere ruimten waarmee het is verbonden.
Elk zichtbare deeltje in de Dirac Zee, is met ALLE ander virtuele deeltjes verbonden.
 
Wanneer we naar een deeltje in ‘deze’ ruimte kijken, moeten we daarmee rekening houden.
We hebben niet alleen met ‘dit’ deeltje te maken, maar ook met alle virtuele deeltjes.
Want de interactie die we energie noemen is door hun uitwisseling bepaald.
Het is het verschijnen/verdwijnen van (materie) deeltjes vanuit de virtuele ruimte (Bearden noemt dat ‘Tijd’).
 
Wetenschap/Natuurkunde/Wiskunde is daar nu al mee bekend.
De ‘sommen’ hebben ‘ complexe getallen’ als standaard rekencomponent.
Het gaat er alleen om, om te begrijpen dat die sommen in de praktijk werken.
En, dus, dat de complexe/virtuele getallen/ruimten echt zijn.
 
We kunnen niet langer doen alsof de complexe/virtuele ruimte/werkelijkheid niet meetelt.
Integendeel, we rekenen er mee; en kunnen er dus op rekenen.
Dat is speciaal het geval waar het gaat om/over energie rekening.
Want energie heeft specifiek met de interactie met de virtuele ruimte/getallen te maken.
 
In ‘onze’  "werkelijkheid" zien we alleen maar een Deel van het geHeel.
Dat wat we zien is op dat wat we niet zien gebaseerd.
We moeten dat wat we zien dis niet zien in r elatief tot dat wat we wel zien.
We moeten het zien in relatie tot at wat we niet zien.
 
De schoolboeken gebruiken een incompelte beschrijving voor atomair deeltjes.
Atomaire deeltjes’ zijn elektrische effecten; elektronen, protonen, neutronen en fotonen.
Onze ‘werkelijkheid’ is dus in de basis niet fysiek, maar elektromagnetisch.
Met daarbij het begrip at n elektromagnetische velden de virtuele component ECHT is.
 
Een tekstboek elektron gaat uit van – alleen – het deeltje.
Daarmee kent het een kwantiteit (lading) toe aan het deeltje.
Het verzaakt daarmee echter de kwaliteit van de interactie.
Want de interactie (energie) is juist in de virtuele/complexe/dynamische/tijd component…
 
"Een elektron" heeft dus per definitie oneindig veel lading/energie.
Dat is wat instrumenten ook meten; op basis van het meten van een dipool.
Een dipool is een samenspel tussen tegengestelden; als "tegenpolen".
Het ‘krachtenveld’ er tussen is oneindig groot; en de afstand speelt een rol.
 
Lee & Yang hebben dat un de natuurkunde beschreven, als Symmetrie-Breuk.
Binnen een jaar was die theorie in de praktijk ook bewezen (met een nobelprijs in hetzelfde jaar).
Daarmee was het onzichtb
are zichtbaar geworden – en tastbaar, meetbaar.
Een dipool is ‚‚n van de (vele) voorbeelden van een Symmetrie-breuk.
 
De plaats van twee tegengestelden ten opzichte van elkaar is al een kracht.
Elke dipool is in die zin een pomp, dus een beweging; ook al staan ze stil.
Het gaat daarbij dus om de virtuele beweging, in de complexe/complementaire ruimte.
Die virtuele beweging is en virtuele energie equivalent aan een virtuele massa.
 
Dat meten we ‘aan onze kant’ als het vrijmaken van een ‘fysieke’ foton.
Het is een doorlopend ‘ stapelproces’, met opbouw en ‘ont’lading’.
(Vergelijk dit met – hetzelfde principe – de energieopbouw in een laser.
Dit is het basismechanisme van vrijmaken/aanmaken van fotonen.
 
1) een dipool is hetzelfde als een symmetrie-breuk: reel # virtueel
2) het statische krachtenveld is de tegenhanger van een virtuele stroom
3) de virtuele stroom is een (laser principe) fotonenpomp
4) elke foton ‘ ontlaadt’ de stroom, die daarna opnieuw begint te stromen.
 
Elke, ELKE, dipool (in rust) is een oneindig ‘ doorstromende’ virtuele ‘motor’.
Elke virtuele cyclus verandert de virtuele massa, tot de kwantum energiegrens>
Dan ‘ontstaat’ een re‰le foton, (met een nul-massa, maar een fysiek effect).
De foton leidt dan tot een manifestatiecascade: elektronensprong, valentie, binding.
 
Het plaatsen/fixeren van een dipool, in ‘ onze’ ruimte, bepaalt deze fotonenaanmaak.
Het vormen van vormen van materie, is dus en instrument voor energieaanmaak.
De vorm van de materie bepaalt de plaatsing van dipolen/symmetrie-breiken.
Met, daardoor, het maken/aanzetten van de fotonengenerator; ‘energiemotor’.
 
Elke vorm in de fysieke ruimte is opgebouwd uit atomen.
Atomen zijn elk bepaalde vormen (‘resonator’) van dipolen, in deze ruimte.
Elke dipool is een energiemachine, fotonenpomp. voor/vanuit de virtuele ruimte.
Deze hele fysieke ruimte is zo  op de virtuele ruimte dynamiek/processen gebaseerd.
 
Geen enkele energie is daarvoor vereist.
De elektrische lading/dipool is de pomp.
De virtuele stroom produceert fotonen.
Met lichtsnelheid wordt elektromagnetische energie aangemaakt.
 
Klassieke natuurkunde onderscheidt kinetische (bewegende) en potenti‰le (statische) energie.
Statische energie/situaties spelen zich af in de bewegende virtuele ruime.
Natuurkunde onderscheid dat door punt/deeltjes versus cycli/processen.
De virtuele processen/cycli zijn de basis van alle energie; en tijd.
 
Elk object is een eindeloze fotonenbron, werkend met lichtsnelheid.
Want elk object bestaat all‚‚n op, vanuit, de virtuele ruimte.
De fotonenstroom speelt zich af met de lichsnelheid.
De snelheid van fotonenaanmaak is veel, veel, groter.
 
De foton flux (stroomdichtheid) is te meten.
Zodra materie gevormd is, is dat proces aan de gang.
De fotonenstroom is oneindig, in ruimte en tijd.
De fotonenstroom stop allen wanner het object (=samenhang) verdwijnt.
 
Dit universum is ‘een korst’ op het bestaan van de virtuele ruimte.
Die ‘korst’ fungeert ook als dia/film voor de ‘werkelijkheidsprojectie’.
Elk object is een projector/hologram, van laserlicht/fotonen.
De fotonenstroom-sterkte wordt door de vorm van het object bepaald.
 
Een magneet is ook een dipool; met tegengestelde polen-paren.
Net als elke dipool vertegenwoordigt het een symmetrie-breuk.
Zoals elke symmetrie-breuk is het de basis van een fotonen/pomp/-stroom.
Het magnetische veld is daarvan alleen maar een (voortdurend) gevolg.
 
Net als in en waterval is er een continue stroom, die stabiel lijkt.
Het gaat erom, om die elektromagnetische stroom af te kunnen tappen.
Zonder dat de magneet daardoor wordt aangetast/beschadigd/veranderd.
Dat vereist begrip van de relatie tussen Re‰le en Virtuele ruimten.
 
De Re‰le (toestand) ruimte, is wat we gewoonlijk De Ruimte noemen.
De Virtuele (proces) ruimte, kennen we gewoonlijk als De Tijd.
Het gaat erom die tijd/proces ruimte/beweging zelf te kunnen begrijpen.
Inbegrepen het begrip dat een object een ‘vaststaand’/bepaald proces is.
 
Het onderscheid tussen een E-veld en M-veld is ARBITRAIR.
Het E-veld is het elektrische veld.
Het M-veld is het magnetische veld.
Samen is dat het EM-Veld; het elektromagnetische veld.
 
Het gaat ALTIJD om een elektromagnetisch veld.
Het projecteert ALTIJD energie vanuit de virtuele ruimte.
Het maakt niet uit hoe elektronen/magneten bewegen.
Het maakt niet uit hoe wij ten opzichte daarvan bewegen.
 
Wat wel, altijd, uitmaakt is hoe onze/die beweging coherent is.
Is de beweging coherent/resonant met de virtuele ruimte/processen?
Is wat wij doen, en denken, integraal deel van die virtuele processen.
Op dit niveau is materie en informatie elk/beide informatie in formatie.
 
De hele natuur laat ons zien ‘hoe dat werkt’.
Schepping is het proces van manifestatie van informatie.
De hele ‘werkelijkheid’ is een vorm van coherente informatie.
Informatie die niet coherent is, wordt niet door het virtuele proces onderhouden.
 
Dat geeft ons ook inzicht in het gebruik van Vrije Keuze.
Je bent vrij om je relatie ten opzichte van ALLES te kiezen.
Het gaat echter niet om je relatie (‘dipool’) naar ‘dat andere’.
Het gaat erom of die keuze de stroom van manifestatie onderbouwt.
 
Niets staat los van dat scheppingsproces; jij ook niet.
Alles gaat om het doorzien van de rol, het belang, van tegengestelden.
Hoe groter de tegenstelling, des te sterker is de virtuele energiestroom.
Het gaat erom die energie af te tappen, zonder de dipool te breken.
 
In de samenleving betekent dat respect voor verschillen.
In de psychologie betekent dat ‘geen verzet tegen tegenstelling’.
In je gezondheid betekend het ‘verandering gezond gebruiken’.
In de werkelijkheid betekent het: kijken naar de stroom, niet het object.
 
Symmetrie-breuk is in feite de verbinding naar het scheppingsproces.
Zonder de tegenstelling is er g‚‚n mogelijkheid de virtuele stroom af te tappen.
Het gaat dus niet allen om de tegenpolen zoals dipolen in de natuurkunde.
Het gaat exact zo om de tegenpolen in onze beleving; als scheppers in schepping.
 
De Virtuele Ruimte, of Dirac Oceaan, heet ook wel het Fase Veld.
Het gaat om het domein van continue/voortdurende faseveranderingen.
Fase, fase helling, fase hoek en fase van materie zijn daarvan aspecten.
Faseverandering beschrijft dus Bewustzijn, Energie, Tijd en Ruimte.
 
Zonder symmetrie-breuk is dat faseveld in voortdurende beweging.
Daarin zijn alle tegenpolen direct constant variabel met elkaar verbonden.
Die constante variabiliteit beschrijven wij gewoonlijk als een draaikolk.
Die werveling van de draaikolk is de kernbeweging van/in het/een nulpunt.
 
"Nul" is daarin een relatief begrip: het is de balans tussen plussen en minnen.
Positief en
negatief zijn daarin irrelevante begrippen; ze wisselen uit.
Elk element is (deel-van/en) het tegengestelde; het scheppingsproces zelf.
Leven is het be-leven van dat scheppingsvermogen, in eigen lichaam.
 
Het gaat dus niet om energie (de stroom) of potentiaal (het vermogen).
Het gaat erom de heelheid van elk deel in elk geHeel te her-kennen.
Het gaat om het maximaliseren/optimaliseren van het scheppend vermogen.
Dat vermogen is het grootst wanneer de tegengestelden ‘het sterkst zijn’.
 
Scheppend vermogen,, als schepper in schepping, gaat over polariseren.
Vergelijk at met (eerder genoemd) het laser principe als energiepomp.
Door een polariteit op te zette, in stand te houden, maak je energie.
Louter doordat de tegenstelling energie uit het virtuele veld vrijmaakt.
 
 

 
SAMENVATTING DEEL 2
(0hr37)
 
We hebben nooit te maken met aparte/’losse’ deeltjes.
Er is nooit een 1-op-1 balans tussen complementaire deeltjes’.
Het gaat altijd om de Dirac Ocean, vol met complementaire deeltjes.
We hebben altijd te maken met een balansverschuiving, tussen groepen van deeltjes.
 
Daartussen liggen enorme krachtenvelden.
Die kunnen we alleen maar ‘aftappen’ in de vorm waarin we die vinden.
Het gaat altijd om een gestage stroom, direct vanuit de ruimte; het vacum, het Plenum.
Het is het dipool principe; de pomp van virtuele energie die fotonen, elektronen en protonen vormt.
 
We kunnen het resultaat daarvan zien, meten en gebruiken.
De virtuele ruimte is ongewoon; die ruimte is niet leeg; ze is niet manifest.
Massa is een koppeling van fotonen; energie compressie (c-kwadraat); niets anders dan dat.
Daarom moeten we altijd over massa-energie spreken; de verandering van materie door/vanuit de virtuele processen.
 
We kunnen niet spreken over Lege ruimte.
Als het leeg is van iets, wat is het dan wat we niet zien.
Het zegt niets over wat we niet zien, maar er wel is.
Lege ruimte bevat (van) alles wat we niet weten/kennen.
 
Een kubieke centimeter daarvan bevat enorm veel energie.
Het bevat meer energie dan we aan materie in het universum kunnen zien.
Je kan uitrekenen hoeveel energie de totale massa van het universum vertegenwoordigd.
Het gaat erom die energie in een kubieke centimeter te kunnen gebruiken.
 
We hebben daar niets aan de huidige theorie; die is al 100+ jaar oud.
Vergelijk het met een standaard elektrische generator; van een energiecentrale.
De draaiende magneten veranderen niet; die draaien alleen maar rond.
Maar vanuit die beweging genereren ze een dipool: de +/- draden uit de centrale.
 
De energie komt NIET uit de draaiende magneten.
De energie komt NIET uit het draaien van de magneten.
De energie komt ALLEEN uit de daardoor opgewekte dipool.
De dipool genereert energie uit niets; vanuit het vacum.
 
((Waarom verandert meer/minder draaien die stroom; hoe verandert het die dipool??
Zie verderop: het gaat er om dat er in de dipool GEEN stroom loopt.))
 
De hele lengte van de elektriciteitsleiding is een dipool.
Over de hele lengte (in de hele dipool) wordt energie aangemaakt.
Het begin van de dipole is aangemaakt in de energiecentrale.
Het Potentiaal, is hei die dipool zich over de hele verdere draad uitstrekt.
 
39:00
 
De ‘blunder’ van de energiecentrale ligt in de koppeling tussen de dipool en de generator.
De Dipool genereert de energie, direct vanuit het vacuum.
De generator genereert een stroom, en een tegenstroom; die de dipool annuleert.
Het gevolg is dat er altijd energieverlies is; en de natuur daaraan kapot gaat.
 
Het is de terugstroom leiding die de dipool opheft; en de symmetriebreuk ongedaan maakt.
Om d t weer ongedaan te maken, moet het magneetveld ‘ weer aangezwengeld worden’.
De energierekening betaalt voor de energievernietiging in de centrale.
"Het is de meest stompzinnige omgang met energie".
 
Gebreik, in plaats daarvan, de oplossing die de natuur biedt.
Ontkoppel de generator, zodra de dipool tot stand gebracht is.
De dipool=symmetriebreuk pompt energie uit het vacuum/plenum.
Het enige wat het je dan kost is de minimale schakelkosten.
 
Je houdt de dipool intact door te zorgen dat er g‚‚n stroom tussen kan lopen.
Elektret (bijvoorbeeld) kan daartoe worden gebruikt.
Het resultaat is niet een statisch veld, maar een gestage virtuele stroom.
(Dat is eerder beschreven in de metafoor van een fontein.)
 
Stroom =/= energie; stroom ontstaat door energieverlies.
Gauge Theorie in Kwantum theorie stelt dat je zoveel energie kan krijgen als je maar wilt.
Zodra je een stroom laat lopen in een dipool, kost je dat alles wat je bereikt had.
((Dit is ook een psychologische en sociale ‘ wetmatigheid!))
 
De schoolboeken leren je NIET wat een elektrisch circuit is.
Kwantum-Deeltjestheorie legt uit wat een dipool is, en waar energie vandaan komt.
NIET vanuit het draaien van een generator, en NIET vanuit een chemische omzetting in een accu.
De energie komt uit de symmetriebreuk/dipool; zolang die intact blijft.
 
Het probleem in het elektriciteitsmodel is de terugvoerlijn.
Die vernietigt de dipool; waardoor je steeds moet blijven ‘genereren’.
Doordat het Externe circuit IN het interne circuit bedraad is.
De helft van de vrije energie wordt daardoor gebruikt om de dipool ongedaan te maken.
 
Dat is hoe elektriciteit-ingenieurs leren denken: energievernietiging.
Het wordt gedaan om kool en olie te kunnen verkopen.
Dat word gedaan om geld te verdienen aan opmaken van aardvoorraden.
Niet om energie op te wekken (want die wordt vernietigd).
 
Studenten moeten leren wat energie werkelijk is; en waar het vandaan komt.
Gabriel Krohn (Stanford, 1945) heeft al uitgelegd hoe dat is te doen.
Hij werkte met het principe van een negatieve weerstand (=/= condensator).
We kunnen alleen maar speculeren naar wat hij werkelijk vond.
 
49:00
 
Er zijn 2 manieren om meer energie te oogsten dan je investeert:
1) gebruik de omgeving (direct) als deel van je energiebron
2) terugkoppeling (ter vervanging van de energiecentrale)
Onderscheidt ook of je voor energie moet betalen; of het krijgt:
 
Definities:
Effici‰ntie = totale opbrengst / alle inkomende energie
Dat is altijd kleiner (max. gelijk aan) 100%)
COP (Coefficient of Performance): Effectiviteit van opbrengst / kosten 
COP kijkt alleen naar de hoeveelheid energie die je terug krijg, ten opzichte van waar je voor betaalt.
 
Een wamtepomp levend meer energie dan je voor betaalt; me
estal 3x of 4x zoveel.
2e hoofdwet van thermodynamica geldt ALLEEEN bij balanssituaties.
Windmolens en zonnepanelen gebruiken omgevingsenergie (disbalanssituaties).
Nulpuntsmachines doen dat ook, maar dan vanuit de faseruimte (vacuum/plenum).
 
Elk energieapparaat kan hooguit 100% effici‰nt zijn.
Elk energieapparaat wat zelf energie aftapt heeft een COP van oneindig.
Energie-autonomie gaat over machines die je eigen energie leveren.
Dat kan, door energie vanuit je (virtuele) omgeving te gebruiken.
 
1hr02:00
 

 
SAMENVATTING DEEL 3: Voorbeelden
 
MEG: Motionless ElectroMagnetic Generator
 
Het probleem van de elekriciteitscentrale is de koppeling tussen generator en dipool.
Het gaat erom het aanmaakcircuit en het gebruik van elkaar te scheiden.
Denk daarbij aan het principe van een ‘scheertransformator’ (gescheiden Primaire/secundaire spoel).
De MEG brengt dat principe in de praktijk; een statische ‘magneetmotor’.
 
De primaire kracht in de natuur is het potentiaalveld.
Magnetisme is g‚‚n primaire kracht; de magnetische vectorpotentiaal (A) wel.
 
Een magneetveld heeft twee componenten: draaiend, en recht.
De draaiende component is bekend (Rot x A) en meetbaar: magneetveld B.
De andere component gaat rechtuit; (Rot x A = 0); maar het is wel een potentiaal.
Sluit je het B-deel op, dan word het A-deel zichtbaar.
 
Denk aan een spoel; een omwikkelde torus; met een magnetisch veld IN de spoel.
Daardoor wordt dat bereikbaar en bruikbaar.
 
Om het te kunnen gebruiken moet je een verandering aanbrengen: dA/dT = -E.
Des te sneller je het kan veranderen, des te meer energie geeft het vrij.
((Doorzie dat het gaat om het koppelen van een puls aan een stroom.
Dat is hetzelfde beginsel als de Fourier transformatie; en Mach’se Kegel.))
 
De MEG sluit het B veld op in de kern; het B veld lekt daardoor niet uit.
Daardoor ontstaat een omgeving rondom de kern: het A-veld.
Dat heet het Aharonov-Bohm effect; inmiddels volop bewezen.
Je hoeft dus niet te betalen om dat extra magneetveld te krijgen.
 
Het is het materiaal waar je de oplossingen kan vinden.
De niet-balans situaties zijn daarin bepalend, en al lang beschreven.
In de MEG wordt een magneet BINNEN in de torus geplaatst; O- >= 8-vorm.
Een spoel op de torus verandert de turus, en vangt energie op uit het A-veld.
 
De energie die eruit komt is bijna pure energie, in puls vorm; in fase (2 graden hoek).
Die kan worden omgezet in wisselstroom (dA/dT= -E).
Het is de energie uit de omgeving die hier afgetapt wordt.
De frequentie van de pulsatie bepaalt hoeveel energie wordt vrijgemaakt.div>

 
De energieberekening laat zien dat COP > 3 haalbaar is.
De opstelling is niet-lineair; en dus moeilijk te meten.
Het vergt prutsen en knutselen om het werkend te krijgen.
Want het gaat erom de wikkelingen fase-coherent te plaatsen.
 
Dat vraagt om experts (dus om geld) om die klus te kunnen klaren.
De MEG draait vanaf een batterij; via een schakeling.
Maar de isolatie brandt regelmatig van de bedrading.
De standaard ingenieurs/universiteiten werken niet mee; ze gebruiken het niet.
Opstartkapitaalfinanciering is risicovol: patenteren ze je uitvinding, en gaan ze ermee vandoor?
De Amerikanen hebben de stuurtheorie en niet-lineaire theorie gescheiden.
De Russen hebben dat niet gedaan; en daardoor een voor ons betere theorie.
Dat is het principe waar we nu mee werken; we werken nu toe naar een maakbaar model.
 
De theorie is al bekend en bewezen: het Aharonov-Bohm verhaal.
Maar de wetenschappers herkennen het net als elektrisch systeem/probleem.
Zodra het over energie en vermogen gaat ‘ligt het buiten hun domein’.
((Als je wilt begrijpen waarom ze dat zo/niet leren, lees Anthony C Sutton.))
 
De puls is bijstelbaar: hellingshoek, pulsbreedte, frequentie, 
Maar het gaat om veel signalen, sterke signalen, door elkaar heen.
Het is ook mogelijk dat t.z.t. te optimaliseren, en zelf-reguleren.
Het gaat om het afstemmen van een complex van feedforward-feedback stromen.
 
De stuursystemen, de regelsystemen, en de/hun zelfregulatie staat hier centraal.
Het gaat in die zin hier niet meer om energie, maar intelligentie.
Maar zodra dat ‘klopt’ werkt de magneet, als een zonnepaneel of windmolen.
De generator wordt dan ontkoppeld zoals Gabriel Krohn indertijd al aangaf.
 
We werken nu samen met een universiteit buiten de USA.
Ze zijn financieel onafhankelijk en wetenschapplijk integer.
We moeten een Non-Disclosure en Non-circumvention contact hebben.
We moeten controle houden, om te zorgen dat dit niet weggestopt wordt.
 
Ge‰limineerde werkende vrije energie systemen
 
Er zijn nogal wat systemen die op die manier uit de roulatie werden gehaald.
Nikola Tesla had een werkend systeem op Long Island (Aardresonantie).
De bankier JP Morgan blokkeerde deze toegang tot vrije energie.
Tesla had een auto die op vrije energie reed.
 
John Bedini:
 
Antonio Meucci (1808-1896) had zelf al een telefoon gebouwd.
De deklaag van een koperdraad verzamelde de energie daartoe.
 
Nathan Stubblefield (1860-1928) haalde energie uit de Aarde (Natuurlije potentiaal).
Dat wat wij als nul meten, is ontstaan uit veel componenten.
Stubblefield, een boer, autodidact, had al een aarde-cel als energiebron; en gratis telefonie.
Hij had (1800’s) een manier om te weten wanneer iemand door zijn veld liep.
Hij haalde licht uit de Aarde, als verlichting.
Na zijn dood haalden de buurtbewoners zijn apparaten weg; zo gingen die verloren.
Nathan Stubblefield gebruikte geen stroom; hij gebruikte geen stroommeter.
Zijn elektriciteit was een ether; een stralingsveld.
Hij werkte met straling; hij noemde het negatieve energie.
We noemen het nu energie uit het vacuum/plenum.
 
Tom Bearden:
 
John Bedini is waarschijnlijk de enige die nadeed wat Stubblefield deed.
Net als Tesla noemt hij het Stralingsenergie.
Ten dele is het de primaire energie (zonder interactie met lading/massa).
Ten dele is het de vacuum energie; 
 
Dat is wat de Russen ook onderzochten.
Dat is ook wat ze daar als bio-energie beschrijven.
In plaats van draden gebruikt Stalingsenergie dielectrica ((net als ons lichaam)).
Stralings-/veld-energie kan plastics smelten; of als geleider gebruiken.
 
T Henry Moray en anderen gebruikten na Tesla ook vacuum energie.
Ze werden stelselmatig ontkend en onbekend gehouden.
Henry Moray had een houten doos waar 10 k
W elektrische stroom uit kwam.
 
Gabriel Crone maakte een negatieve weerstand voor de marine.
De informatie daarover bleef daardoor verder een geheim.
Wel beschreef hij dat de generator kon worden afgekoppeld zodra het circuit draaide; de negatieve weerstanden onderhielden het van verder.
 
Veel mensen hebben instrumenten gebouwd die Over-Unity werken.
Velen waren na‹ef; velen worden uitgekleed, velen werden onderdrukt; velen werden geridiculiseerd; meerderen werden vermoord.