Flatgebouw Nederland

Door Pamela Hemelrijk

Ik wil graag beginnen met u een parabel te vertellen.
Daar had Jezus ook altijd zoveel succes mee, dus waarom ik niet.

Deze parabel is genaamd: Flatgebouw Nederland.
  

Toen ons flatgebouw “Nederland” indertijd werd opgeleverd boden Nolleke (een part-time handwerklerares) en Wout (een vormingswerker) zich aan om de taken op zich te nemen die gemeenschappelijk geregeld moesten worden, zoals trappenhuizen, liftkokers en dergelijke. “Best”, zeiden wij, en we benoemden die twee met algemene stemmen tot bestuur van de Vereniging van Eigenaren.

Het bestuur besloot daarop de collectieve onderhoudskosten inkomensafhankelijk te maken. Voortaan moesten wij 5 procent van ons inkomen afdragen. “Vooruit maar”, dachten wij. Onze inkomens ontliepen elkaar toch niet zoveel. Bovendien vonden wij het allemaal wel leuk dat de ordinaire patser op nummer 40 met zijn Bentley dan de grootste veer zou moeten laten..

De eerste klap kwam toen Nolleke en Wout meedeelden dat de liftkokers vernieuwd moesten worden. De klus werd uitbesteed aan een aannemer (die trouwens later bleek een zwager van Nolleke te zijn geweest), en viel door “tegenvallers” tien keer zo duur uit als voorzien. Bovendien bleven de nieuwe liften om de haverklap steken, zodat we voortaan de trap moesten nemen. Nolleke’s zwager konden wij niet aansprakelijk stellen, want die had zijn bedrijf verkocht en was naar Paraguay ge